De eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen beviel mij prima. Waar ik had verwacht dat het weer een grote shitshow zou worden - zoals het vorige grote debat van kabinet Schoof - gingen de politieke leiders normaal met elkaar om. Zelfs Geert Milders maakte een comeback.
De oppositiepartijen richten hun pijlen zoals verwacht op het voorstel om met immigratie-noodwetgeving het parlement te passeren. Ze deden dat slim, door niet te focussen op Wilders, Van der Plas of Yesilgöz. Hadden ze dat wel gedaan, dan was de discussie al snel vernauwd tot “ben je voor of tegen immigratie?”. In plaats daarvan richtten zij hun pijlen op Van Vroonhoven van NSC. Zo werd de discussie rondom de noodwetgeving er een over goed bestuur, over rechtsstaat en over de politieke verantwoordelijkheid daarvoor.
Zo ging ik met een positief gevoel naar bed. Dromend van een rechts kabinet dat - met respect voor elkaar, voor liberale waarden en de rechtsstaat - tot strengere immigratieregels zou komen.
Crisis?
De droom spatte snel uit elkaar op dag 2 van de Beschouwingen.
Zoveel van wat daar gebeurde spreekt voor zichzelf. Het voornemen van het kabinet om tot noodwetgeving over te gaan om immigratie te beperken - terwijl het juridisch niet voldoet als crisis - is ongekend. Het is populistische normverandering pur sang. Als dat hier wordt toegestaan, waar dan niet?
Het is goed om te beseffen dat woorden verschillende betekenissen hebben in verschillende contexten. Zo is er een juridische “crisis” en een door mensen gevoelde “crisis”. Die laatste is niet onbelangrijk. Schoof werd uitgelachen toen hij vorige week zei dat er een asielcrisis is, omdat mensen dat zo ervaren. Op zich geen gekke redenering. Wanneer mensen in een democratie iets als een crisis ervaren, dan is het ook een crisis. Politici hebben het volste recht om datgene dan als een crisis te behandelen. Om met wetgeving te komen om het op te lossen. Desnoods snel.
Maar dat maakt iets nog geen crisis in juridische zin, zoals vastgelegd in wetten. De gevoelde crisis en de juridische crisis zijn niet voor niets van elkaar gescheiden. Wetten moeten beschermd worden tegen gevoelens: die kunnen wisselen, zijn onvoorspelbaar en vaag. Ze ontberen vaak de realiteit.
Ook de oppositie verandert normen
Wat we ook zagen, is dat normen niet alleen door populisten veranderd worden. De oppositie stond erop dat de ambtelijke stukken die bij het kabinet lagen en die advies gaven over de noodwetgeving openbaar gemaakt werden. Terwijl het kabinet feitelijk nog geen beslissing heeft genomen over de noodwetgeving. De oppositie hintte er zelfs op dat er informatie uit gesprekken openbaar moest worden gemaakt. Dat is vanaf nu dus de norm.
Die norm werd achteloos in het heetst van de strijd veranderd, omdat het zo uitkwam. Maar zijn de oppositiepartijen zich wel bewust van wat ze hebben aangericht? De advisering van de ambtenaren was precies wat je ervan mocht hopen. Feitelijk, onderbouw, gericht op het beschermen van de rechtsstaat. Zo’n advies kan een kabinet dat een verkeerde beslissing dreigt te nemen aan boord houden. Zo’n advies moet gegeven kunnen worden zonder dat ambtenaren de angst hebben dat het openbaar gemaakt wordt.
Nu zal die angst er wel zijn en wie zegt dat er dan weer zulke adviezen gegeven zullen worden? Ambtelijke advisering voorafgaand aan MR-besluiten wordt zo politiek gemaakt. En dat is schadelijk. Zoals iemand tegen mij zei: “Zo durft niemand meer echt de rechtsstaat te verdedigen en echt kritisch te zijn.”
Is dat wat de oppositie voor ogen had? Of zijn ze als een olifant door de porseleinkast gedenderd en hebben ze schade aangericht aan een van de belangrijkste waarborgen tegen - zoals Timmermans het noemde - democratisch vandalisme?
De soap rond de noodwetgeving is nog lang niet afgelopen. Het zal onze politiek nog een tijd domineren, aangezien de coalitie niet de uitweg van de spoedwet koos. Geert Wilders sloot dit zo goed als uit. Hij wil een noodwet, want “ik heb geen ruggengraat van een banaan”.
Wilders, NSC en VVD
Tot nu toe is alles sowieso in het voordeel van Wilders. Zijn partij zit in een zetel. Keer op keer krijgen ze de kans om te laten zien dat ze willen leveren. Dat ze knokken voor hun kiezers, zelfs tegen de hele politieke, gerechtelijke en ambtelijke kaste in. Komt die noodwet er wel, da wint de PVV. Komt die noodwet er niet, dan geeft de PVV anderen de schuld en waarschijnlijk met succes. Waarom zou Wilders niet breken met het kabinet, wanneer bijvoorbeeld NSC dwars blijft liggen?
Van Vroonhoven kreeg de hoon over zich heen, na haar zwakke optreden tijdens de Beschouwingen. Dat is onterecht, want er was niemand die in zo’n onmogelijke positie zat als zij. Pieter Omtzigt creeerde de afgelopen jaren een beeld van zichzelf en dus van zijn partij dat op geen enkele manier overeenkomt met de werkelijkheid. Dat beeld en werkelijkheid met elkaar in botsing zouden komen, was altijd al een gegeven. Het gaat uiteindelijk de ondergang van NSC betekenen.
Bij de VVD zagen we de voortdurende worsteling met zichzelf. De strijd tussen populisme en liberalisme heeft de partij overgenomen en het populisme ligt een straatlengte voor. De partij roept om inhoud, maar begint debatten over watermeloenen. De partij noemt zich liberaal, maar vergeet op te komen voor liberale waarden wanneer die onder druk staan. Er werd zo goed als gezwegen over de argumenten tegen noodwetgeving, maar er werd wel geprobeerd om de PVV rechts in te halen op immigratie. Een kansloze missie, die de les negeert dat wanneer je kiezers probeert te volgen naar plekken waar je zelf niet thuishoort, je uiteindelijk vergeet wie je zelf bent en niemand meer zult aanspreken.
Er ligt een brief van bezorgde liberale VVD-leden bij de VVD-fractie, die waarschuwt voor de glijdende schaal van populistische politiek. De brief schijnt besproken te zijn in de fractie, maar je zag er niets van terug tijdens de APB.
Toch heeft Yesilgoz nog steeds de sleutel in handen, door bij vrijwel alle ontvlambare onderwerpen een neutrale bijna onzichtbare positie in te nemen. Het is een gok die goed kan uitpakken, maar waar meer op het spel staat dan dat de VVD ermee kan winnen.
Wat is het gevoel dat overheerst over deze APB? In alle eerlijkheid, het gevoel dat het politieke systeem onder druk staat, maar dat er genoeg krachten zijn die een verkeerde afslag kunnen voorkomen.
Ik hoop nog steeds dat mijn droom uit komt. Dat mijn ongelijk wordt bewezen over het gevaar van de deelname van de PVV aan dit kabinet. Dat het een gewoon rechts kabinet wordt, dat op een normale manier met strengere immigratiewetgeving komt. Dat respectvol met elkaar en met het systeem omgaat. Met een liberale partij erin die trouw blijft aan haar eigen idealen. En er daarmee voor zorgt dat er een stem gegeven kan worden aan de kiezerswens zonder dat daarbij vanalles stuk gemaakt wordt. Hoe moeilijk dat ook is.
Het kabinet heeft wel al een besluit genomen; het staat in regeerakkoord en de koning las het voor in de troonrede. Heel formalistisch om dan te zeggen dat er niks besloten is.
Bovendien loog minister Faber dat haar juristen het plan goedkeurde, een doodzonde waar ze vast mee wegkomt, en werden wel relevante passages zwartgelakt.
Het lijkt me dat er ook een hoop ambtenaren blij zullen zijn dat hun noodkreten nu gehoord worden in plaats weggedrukt en over gelogen.
In alles is het een extreemrechts kabinet dat het parlement buitenspel probeert te zetten.
Wat mij het meeste zorgen baart, is dat Wilders per se aan het parlement voorbij wil gaan.Er is te weinig aandacht voor het ecosysteem waarin de PVV/Wilders zich erg thuis voelt (Orban, Meloni, Salvini, Trump, Poetin en zo zijn er nog wel een stel te noemen). Stuk voor stuk lieden die, al dan niet stapje voor stapje, de democratische rechtsstaat proberen te ontmantelen. En ik denk dat Wilders daar niet anders over denkt en dat zijn roep om een crisiswet waarbij het parlement omzeild wordt een omineus teken is.